Verdriet is een lastige emotie. We willen het alsmaar ontlopen. Ik niet meer. Ik probeer 3-4 keer per week in de ochtend naar yoga te gaan. Het is een fijne uitdaging om mijn ashtanga practice elke keer uit te voeren. Ik ben een beginner, pas in maart heb ik mijn eerste lessen genomen. Mijn lessen zijn niet zozeer in ashtanga yoga maar meer in mezelf. Hoe weet ik dat? Omdat ik tijdens de lessen een paar typische eigenschappen van mezelf ben tegengekomen waar ik niet zo trots op ben. En ik heb mijn verdriet gevoeld.
Lachspiegel
Als eerste ontmoette ik ijdelheid. Door de jaren yoga ervaring die ik heb en omdat mijn lichaam graag en vrij simpel meegeeft gingen de houdingen me heel gemakkelijk af, in tegenstelling tot mijn medecursisten. Succes ervaren geeft mij een enorme boost aan motivatie en dan lukken mij de houdingen nog beter.
En toen kwam zich nog een eigenschap melden: gezien willen worden. Als mijn docente mij in een houding corrigeerde leek het alsof ik deze nog meer en nog perfecter uit kon voeren – en dat gaf me een duidelijk voelbaar goed gevoel. En daar kwam ijdelheid zich weer tonen: “ja, kijk naar mij. Ik kan het. Ik ben al heel ver (jij nog niet?).”
Ik vond het niet fijn om zo geconfronteerd te raken met deze twee rakkers. Ik merkte dat ze me op de yogamat niet hielpen, en zeker niet in mijn dagelijkse leven. Ze staan juist in de weg. Maar ashtanga yoga leerde me ook deze twee te kunnen missen. Na een paar keer door de rug te gaan begon het te dagen. Ik mocht het tempo minderen en mijn ego meer in de achtergrond laten raken. Toen begon ijdel en gezien willen worden wat terug te zakken. In plaats daar van kwam tevredenheid, geduld en vergeving.
Verstoppertje
Op de yogamat heb ik ook verdriet ontmoet. Het komt geregeld voor dat ik in of na een houding de tranen voel opwellen. Dan weet ik dat er iets van vroeger wat ik ooit zo zorgvuldig in mijn spieren heb verstopt bevrijd wordt en mij voorgoed verlaat. Het helpt mij in het accepteren en toelaten van de tranen en het gevoel dat ik hiermee al 6 jaar ervaring heb. Dat ik heel goed weet dat dit gewoon mijn gevoelens zijn en ze mij niet kunnen kwetsen, ze helpen me juist om de mens te worden die ik mag zijn.
Voelen
In het begin was het heel zwaar. Alle slechte gevoelens hebben me bedrukt. Ik wilde ze het liefst meteen uit mijn lijf rukken en er nooit meer aan denken. Het liefst dat rotgevoel onmiddellijk laten ophouden en al het akelige heel snel vergeten. Vooral één vraag spookte in mijn hoofd: waarom? Waarom overkomt mij dit? Waarom is het zo zwaar? En waarom kan het niet gewoon verdwijnen? Dat ik weer terug kan zakken in dat veilige niets voelen.
Er zijn vaak mensen bij me in de praktijk die de pijn die ze voelen liever uit hun leven zouden willen wissen. Ik heb geleerd en dat leer ik hen ook, dat verdriet er is om gevoeld te worden en het laat ons niet met rust tot dat we in zijn ogen kijken en het accepteren. Dan pas heeft het zijn werk gedaan, dan pas neemt het de benen en laat ons met rust.
Verdriet – liever niet?
Ik heb vandaag een artikel gelezen over verdriet. Het boek van de schrijver wil ik nog lezen, nu liftte ik mee met de manier hoe de journaliste het thema behandelde. Ik deel haar onbegrip over de gebrekkige manier van mensen als het gaat over praten over hun en andermans verdriet. Mensen weten tegenwoordig niet hoe ze met anderen om mogen gaan als ze verdriet hebben. Het kan gaan over rouw, verliezen van een baan, ziekte, handicap, etc. Meestal wordt er gezwegen. Er komt een ongemakkelijke stilte, het niet kunnen vinden van gepaste woorden en dan valt de keuze om maar liever niets te zeggen of niets te vragen. Men is bang dat hij het verkeerde zou vragen, dat de vraag iemand nog meer zou kwetsen, en dat willen ze uiteraard niet. In een ander geval zouden we wel iets zeggen, omdat het niet kan dat we elkaar in stilte blijven aanstaren zonder iets te zeggen. Dan zeggen we iets dat we denken dat het troost kan bieden: “Het is beter zo.” Maar dat is het niet.
Ombuigen
Dit ongemak, onmacht, on-voorbereidheid maakt dat we een afstand creëren tussen ons en de mens met verdriet. De Wachter – schrijver van het boek ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ – wees in zijn boek aan dat in de maakbare maatschappij geen ruimte blijkt te zijn voor het voelen van verdriet.
Tegenwoordig word jij geacht om voor je eigen geluk te zorgen. Ik vind dat we inderdaad zelf de touwtjes in de handen moeten nemen maar dat betekent niet dat je je maar louter gelukkig en happy mag voelen. Lerend over het Yin – Yang principe werd het voor me duidelijk: er is geen licht zonder donker. We kunnen al dat positieve niet waarderen als we het tegenovergestelde ervan niet kennen.
De twee kanten van de medaille
Hoe fijn is het niet om na een langere periode van bewolkte, donkere dagen van de zonnestralen te genieten. En ook andersom: in de tropische hitte verlangen we naar schaduw en verkoeling. Daarom geloof ik dat we open mogen staan voor allerlei gevoelens van ons. Niet alleen de zaligmakende.
Bovendien als we alleen maar een kant van de medaille zouden kennen, dan zouden we de essentiële drijfveer die de mens in beweging houdt missen. Dan zou alles stilvallen, onveranderd blijven. Uiteindelijk zou ons leven heel saai uitpakken.
Gedeelde smart
Volgens De Wachter verbindt verdriet mensen. Deze verbinding herken ik. Als therapeut worstelde ik een tijdje over de manier hoe ik met mensen werk. Ik zou vooral de voeten mogen behandelen, dacht ik en niet zo zeer gesprekken voeren met de mensen. Maar nu denk ik er anders over. Mensen willen kunnen praten over wat hen dwars zit. Ze hebben behoefte aan een luisterend oor en ze willen alles wat alleen maar een vaag gevoel is en nog los in de lucht hangt in woorden kunnen gieten. Het helpt hen in hun verwerkingsproces om deze eenvoudige vragen te horen: Hoe gaat het met je? Wat doet het met je? Wat is er aan de hand? Hoe voel je je echt?
Het elkaar te kunnen vertellen hoe erg we eraan toe zijn en het delen van ons verdriet brengt de mensen dichter bij elkaar. Overal kan je herkenning vinden. Iedereen heeft het wel eens heel zwaar gehad. De gedeelde last is veel gemakkelijker om te dragen. En empathie, het kunnen meevoelen en herkennen en erkennen van de gevoelens van een ander is helend.
Verdriet maakt menselijk
Dit is precies wat ik als therapeut ook doe. En dit is waarom mensen komen en vooruitgaan.
En ik voel bij elke cliënt dat we een band hebben. Na het eerste consult voelt het alsof ik weer een nieuwe vriend(in) erbij krijg. Omdat we iets met elkaar delen, omdat we verbonden raken in het delen van ons verdriet.
Als je dat doet, ben je ook niet beter of minder dan de ander, dan ben je gelijkwaardig. Gelijk in verdriet, gelijk in het lijden, gelijk in het mens zijn. Merk op, het is heel menselijk om ons verdrietig te voelen. Het luchten van ons hart geeft verlichting, het maakt dat we weer het licht kunnen zien en dat we weer het leven zien staan. Het helpt om de weg te belopen van overleven naar leven.
Wees jezelf
Hoe fijn zou het worden als we over ons menselijke verdriet met onze dichtbije omgeving zouden kunnen praten? Hoeveel meer zou het ons met onze nabije mensen verbinden als we onze kwetsbaarheid zouden durven tonen? – Ik ben ook maar een mens! Zie me hoe ik mezelf toon met alles wat bij mij hoort. Ook mijn minder glanzende kanten, ook mijn gebreken, ook mijn verdriet. En neem me aan hoe ik ben, met mijn verdriet, mijn tekortkomingen en met mijn liefhebbende hart.
Als je dat doet, krijg je ongetwijfeld een arm om je heen, een hart onder de riem gestoken.
En dat verbindt.